Het doel van de practice servicevalidatie en testen is ervoor te zorgen dat nieuwe of gewijzigde producten en services aan bepaalde vereisten voldoen.
Servicevalidatie richt zich op het vaststellen van acceptatiecriteria voor uitrolmanagement en releasemanagement, die worden geverifieerd door middel van tests. Acceptatiecriteria kunnen op utility of warranty gericht zijn en worden gedefinieerd aan de hand van inzicht in klant-, regelgevende, business-, risicomanagement- en beveiligingsvereisten.
Een teststrategie definieert een algemene benadering van testen. Deze kan van toepassing zijn op elke reeks componenten. De teststrategie is gebaseerd op de acceptatiecriteria voor services.
Testtypen omvatten utility/functionele tests (unit-, systeem-, integratie- en regressietests) en warranty/niet-functionele tests (testen van prestatie en capaciteit, beveiliging, compliance, operationele functies, warranty-vereisten en gebruikersacceptatie).
De visie van USM
ITIL 4 maakt voor de afhandeling van changes onderscheid tussen
change enablement, organisatieverandermanagement, serviceontwerp, servicevalidatie en testen, uitrolmanagement, IT-assetmanagement en serviceconfiguratiemanagement.
In USM is er voor het afhandelen van changes slechts één integraal en geïntegreerd proces, CHM, waarin al die activiteiten een logische, vaste plek hebben.
In USM is servicevalidatie en testen dus een regulier onderdeel van het proces CHM, zie Figuur 64.
Figuur 64. De ITIL-practice Servicevalidatie en testen wordt gerealiseerd met USM-processen