Voor de drie verschillende scenario's om USM toe te passen gelden vanzelfsprekend verschillende kostenplaatjes. Hoe meer hulpbronnen je inzet, hoe hoger de kosten. De meeste hulpbronnen zijn echter vaak al in huis, soms zonder dat de organisatie zich daarvan bewust is, en veel hulpbronnen worden gratis beschikbaar gesteld door Stichting SURVUZ. Het ontbreekt meestal aan de juiste kennis, niet aan mensen en tools. USM-toepassingen zijn dan ook vooral gebaseerd op kennisoverdracht.
Scenario 1 ("doe-het-zelf") is zo goed als gratis. Lees een USM-boek en pas toe wat je geleerd hebt. Dit scenario kost hooguit een paar tientjes.
Scenario 2 ("training") kent zeer beperkte kosten. Het trainen kost enkele honderden euro's per medewerker. In de training oefenen de deelnemers met de stof, en leren ze via discussies hun eigen problemen te doorgronden a.d.h.v. de USM-methode. Wie voldoende deskundigen in huis heeft, kan de training beperken tot een kerngroep die de kennis intern doorgeeft.
Scenario 3 ("ondersteunde invoering") kent meer out-of-pocket kosten. De inzet van externe specialisten kost nou eenmaal geld. Een gebruikersorganisatie die zich aansluit bij de gebruikers-community kan gratis over gecertificeerde, open USM-middelen (alle proces- en workflowspecificaties en tientallen templates en handreikingen) beschikken, dus daar zitten geen kosten. Stichting SURVUZ stimuleert daarnaast de ontwikkeling van off-the-shelf varianten van bestaande, gecertificeerde instrumenten (tools), die vanzelfsprekend niet gratis zijn, maar wel veel energie, tijd en kosten schelen in verhouding tot klassieke maatwerkprojecten.
Naast de externe kosten is er ook altijd sprake van interne kosten. Ieder verbeterinitiatief kost nou eenmaal inspanning, en dus geld. De omvang van deze interne kosten is afhankelijk van de lokale situatie en van de afstand tot de stip op de horizon.