Vergelijking van USM met andere architecturale benaderingen
Overzicht
De Universeel Service Management (USM)-methode definieert een managementarchitectuur voor dienstverlenende organisaties.
Veel frameworks beschrijven de structuur van een organisatie, haar governance-model of ‘best practices’, maar slechts weinige leveren een formeel, domeinonafhankelijk architectuurmodel voor het managementsysteem zelf.
Dit artikel vergelijkt USM met andere (quasi-)architecturale benaderingen en laat zien hoe USM de ontbrekende systemische laag biedt die strategie, operatie en governance via één samenhangend model verbindt.
Vergelijkend overzicht
# | Framework / benadering | Primaire scope | Architecturaal karakter | Relatie tot servicemanagement | Relatie tot USM |
---|---|---|---|---|---|
1 | USM (Universeel Service Management) | Servicemanagement over alle domeinen | Managementarchitectuur die de structuur van het managementsysteem zelf definieert | Kern: levert de universele architectuur voor dienstorganisatie en -sturing | — |
2 | TOGAF | Enterprise-architectuur (business, data, applicatie, technologie) | Beschrijvende enterprise-architectuur | Beschrijft organisatie-structuur, niet de operationele besturing | USM vormt de managementlaag binnen de Business Architecture van TOGAF |
3 | IT4IT | Waardeketen voor IT-dienstverlening | Informatie-architectuur | Definieert informatiestromen binnen IT-management | Past binnen USM als informatiemodel voor het IT-domein |
4 | ISO-managementsysteemnormen (9001, 27001, 20000-1, …) | Kwaliteit, informatiebeveiliging, servicemanagement | Normatieve control-architectuur | Legt vast wat aanwezig moet zijn in een managementsysteem | USM biedt de structuur waarmee die normen geïntegreerd kunnen worden toegepast |
5 | NORA | Publieke enterprise-architectuur voor de Nederlandse overheid | Referentiearchitectuur | Beschrijft hoe overheden interoperabel samenwerken | USM levert de interne management-ruggengraat waarop NORA steunt (via bcDV) |
6 | bcDV (Basisconcept Dienstverlening) | Overheidsbrede referentie voor publieke dienstverlening | Toegepaste dienstverleningsarchitectuur | Bepaalt de generieke structuur van publieke dienstverlening | Domeinspecifieke toepassing van USM-principes |
7 | Zachman Framework | Taxonomie voor enterprise-modellering | Meta-raamwerk | Classificeert architectuur-artefacten, geen operationele sturing | USM vult de cellen Hoe en Wie met management-inhoud |
8 | Viable System Model (VSM) | Systeemtheoretische levensvatbaarheid van organisaties | Cybernetisch systeemmodel | Beschrijft recursieve besturingsfuncties | USM operationaliseert de VSM-principes in concrete serviceprocessen |
9 | Service Design / Lean Service Creation | Ontwikkeling van nieuwe diensten en gebruikerservaring | Ontwerpmethodologie | Richt zich op creatie en innovatie, niet op beheer | USM zorgt voor de stabiele beheersstructuur waarin deze diensten duurzaam worden geleverd |
10 | COBIT | IT-governance en control | Governance-raamwerk | Borgt afstemming tussen business en IT | USM biedt de operationele uitvoeringslaag onder COBIT |
1. USM – Universeel Service Management
USM definieert de servicemanagement-architectuur die bepaalt hoe een organisatie haar diensten ontwerpt, levert en verbetert met slechts vijf processen en acht workflows.
Het model vormt een gesloten, niet-redundant controlesysteem dat onafhankelijk is van domein of technologie.
Waar andere raamwerken beschrijven wat moet worden beheerd, definieert USM hoe het managementsysteem zelf is opgebouwd.
2. TOGAF – The Open Group Architecture Framework
TOGAF structureert de enterprise-architectuur in vier lagen (Business, Data, Application, Technology).
Het beschrijft hoe de onderneming is opgebouwd, maar gaat ervan uit dat management een interne capaciteit is.
USM kan binnen TOGAF worden gepositioneerd als de operationele managementlaag die de strategische doelen uitvoert.
3. IT4IT – Referentiearchitectuur voor IT-waardeketens
IT4IT definieert waardestromen en gegevensobjecten die IT-management ondersteunen (Plan, Build, Deliver, Run).
Het biedt een informatie-architectuur voor IT-operaties, maar geen managementarchitectuur.
Binnen USM vertegenwoordigt IT4IT het informatieniveau van het IT-servicedomein.
4. ISO-managementsysteemnormen
Normen als ISO 9001 (kwaliteit), 27001 (informatiebeveiliging) en 20001 (servicemanagement) definiëren eisen aan managementsystemen, maar niet hun interne samenhang.
Zij schrijven voor wat aanwezig moet zijn – beleid, planning, controle, verbetering – maar niet hoe dit structureel wordt ingericht.
USM levert deze meta-structuur, waarmee organisaties met één uniform systeem aan meerdere normen kunnen voldoen.
5. NORA – Nederlandse Overheid Referentie Architectuur
De NORA beschrijft de architectuurprincipes en modellen voor interoperabele digitale dienstverlening binnen de overheid.
De NORA definieerde echter niet het interne managementsysteem van afzonderlijke organisaties, totdat in 2022 de USM-methode daarvoor werd geadopteerd.
USM vult dit gat: het biedt de interne managementarchitectuur waarop de NORA-principes kunnen rusten.
6. bcDV – Basisconcept Dienstverlening
Het bcDV-model is het conceptuele referentiekader voor publieke dienstverlening in Nederland.
Het is rechtstreeks gebaseerd op de USM-architectuur, vertaald naar overheidsterminologie.
Het bcDV toont hoe dezelfde servicemanagement-logica toepasbaar is op ketensamenwerking en burgergerichte dienstverlening.
7. Zachman Framework
Het Zachman-raamwerk ordent enterprise-architectuur volgens zes vragen (Wat, Hoe, Waar, Wie, Wanneer, Waarom) en zes perspectieven (van planner tot uitvoerder).
Het is geen managementmodel maar een classificatieschema.
USM levert de inhoud voor de Hoe- (processen) en Wie- (rollen) kolommen, en koppelt zo ontwerp aan uitvoering.
8. Viable System Model (VSM)
Het Viable System Model van Stafford Beer verklaart hoe organisaties levensvatbaar blijven door recursieve besturingsstructuren (Systemen 1-5).
Het is een cybernetisch referentiemodel voor sturing en aanpassing.
USM operationaliseert deze principes in concrete serviceprocessen: de vijf USM-processen corresponderen met de kernfuncties van het VSM. Bekijk deze video over hoe USM variatiebeperking in het VSM ondersteunt (2021).
9. Service Design en Lean Service Creation
Methoden voor Service Design en Lean Service Creation helpen organisaties nieuwe diensten te co-creëren en te testen met gebruikers.
Het zijn creatieve ontwerpmethodologieën, geen managementarchitecturen.
USM levert de stabiele operationele structuur waarin ontworpen diensten beheersbaar en schaalbaar worden uitgevoerd.
10. COBIT – Control Objectives for Information and Related Technologies
COBIT beschrijft governance- en control-doelen voor de afstemming van IT op de bedrijfsstrategie.
Het specificeert wat moet worden bestuurd, maar niet hoe het managementsysteem is opgebouwd.
USM fungeert onder COBIT als de uitvoeringsarchitectuur die de beoogde resultaten daadwerkelijk levert.
Synthese
Uit de vergelijking komt een duidelijk patroon naar voren:
- Enterprise-raamwerken (TOGAF, NORA, Zachman) beschrijven de organisatie als systeem.
- Informatie- en governance-raamwerken (IT4IT, ISO, COBIT) definiëren wat moet worden beheerst of uitgewisseld.
- Ontwerpmethoden (Service Design, Lean) richten zich op wat moet worden gecreëerd.
- USM definieert hoe het managementsysteem zelf is opgebouwd – de Service Management Architectuur (SMA).
USM vormt daarmee de verticale ruggengraat die strategische intenties (governance) verbindt met operationele uitvoering (workflows) en een architectonische basis biedt waarop andere raamwerken kunnen aansluiten.