In de Nederlandse editie van het USM-examen zijn enkele termen en plaatjes vervangen t.o.v. versie 2 van het Nederlandse USM-boek, zodat het in lijn is met het Engelse USM-boek. Het gaat om de volgende aanpassingen.
Het volwassenheidsmodel ondersteunt drie bedrijfsstrategieën:
- Operational excellence – een intern gerichte strategie die de volwassenheidsniveaus technologiegericht en systeemgericht afdekt.
- Service excellence – een intern gerichte strategie op het niveau servicegericht
- Customer excellence - een extern gerichte strategie die de volwassenheidsniveaus klantgericht en businessgericht afdekt.
De term gedrag, als onderdeel van de voorziening van een service, is vervangen door handelingen. Een voorziening bestaat daarmee nu uit uit goederen en handelingen.
De term configuratiemanagementdatabase (CMDB) is vervangen door beheerd infrastructuur register (BIR). De term CMDB is teveel een IT-term om acceptabel te zijn buiten het IT-domein.
In lijn met die aanpassing hanteert USM voor een configuratie item (CI) nu dan ook de term beheerde infrastructuur component (BIC).
De figuur voor de dienstverleningscontext (figuur 4.2 in het v2-boek) is vervangen door de volgende figuur voor het dienstverleningsconcept. Deze figuur heet nu formeel het USM Klant-Leverancier Interactie Model en wordt toegepast in het nieuwe dienstverleningsconcept van de overheid.
Een Underpinning Contract (UC) wordt vertaald met een Onderliggende Overeenkomst (OO).
Een Operational Level Agreement (OLA) wordt vertaald met een Interne Werkafspraak (IW).
Een changecoördinator is een wijzigingscoördinator: beide talen kunnen worden gehanteerd, maar Nederlands heeft de voorkeur.
Een change request = request for change (RFC) = wijzigingsverzoek; beide talen kunnen worden gehanteerd, maar Nederlands heeft de voorkeur.