Voor dienstverlening in het algemeen - maar zéker voor digitale dienstverlening - is functiescheiding een cruciaal principe. Slagers keuren niet hun eigen vlees.
Wie goed is in een bepaald soort werk hoeft niet meteen uit te blinken in complementaire taken. Zo kan een projectleider wellicht heel bekwaam z'n budget bewaken, maar is de financiële afdeling beter in het afleggen van financiële verantwoording volgens de eisen van de controller. Functiescheiding.
Een functioneel beheerder kan heel goed zijn in het (helpen) vastleggen van de informatiebehoeftes van de gebruiker, maar voor het kundig programmeren daarvan is een heel andere vaardigheid nodig - laat staan voor het dagelijks beheren van de applicatie. Functiescheiding.
Een ontwerper kan een goed gestructureerd formulier opleveren, maar de toegankelijkheidsexpert beoordeelt of dat ook geschikt is voor mensen met een beperking. Functiescheiding.
Nog een voorbeeld: wie druk is met het coördineren en afhandelen van operationele zaken heeft vaak meer dan genoeg op z'n bordje. Zo iemand maak je dan niet tegelijktijd verantwoordelijk voor de verbétering van de werkwijzen. Daar komt ie in de praktijk immers nooit aan toe. Kwaliteitsverbetering vereist een paar andere ogen die overzicht hebben, analyseren waar het beter kan, en de uitvoerders helpen bij het ontwikkelen van betere werkwijzen. Functiescheiding - tussen procesmanagers en coördinatoren.
En wie een denkfout maakt in een ontwerp zal diezelfde fout bij het implementeren daarvan niet meer zo eenvoudig opmerken - en daarom is testen ook een echt vak. Al met al zijn er zo meer dan genoeg redenen om een grondig onderscheid te maken tussen het specificeren van een oplossing en het realiseren van die oplossing: functiescheiding.
Als je functiescheiding toepast creëer je hand-overs tussen de gescheiden taakgebieden: de functioneel beheerder levert het functionele ontwerp, en daarna gaat de technisch beheerder aan de slag met de vertaling naar een technisch ontwerp voor de realisatie. Zo'n hand-over geeft je de gelegenheid om controle uit te oefenen op de integrale kwaliteit: gaat de hele keten uiteindelijk opleveren wat er aan het begin van verwacht werd?
In een vakgebied waar we het ons niet meer kunnen veroorloven om teveel fouten te maken - om de simpele reden dat anderen daarvan tezeer afhankelijk zijn - is controle onvermijdelijk geworden. Functiescheiding is daar - samen met standaardisatie - een machtig instrument voor.

